Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch ik aanroepe God tot een Getuige [49]over mijn ziel, dat ik, [50]om u te sparen, nog te Korinthe niet ben gekomen. 49. Namelijk dat Hij die straffe, zo ik de waarheid niet zeg. Een rechte wijze van een waren eed, dien de apostel daarom hierbij voegt, omdat er zeer veel aan gelegen was dat zijn woord niet voor onvast zou gehouden worden. 50. Dat is, om niet te moeten gebruiken de apostolische macht in het straffen der ongehoorzamen. Zie hfdst.10.